Welkom op mijn blog.

Welkom op mijn blog. In 2014 ben ik begonnen met bloggen. Het maken van Bijbelstudies is voor mij belangrijk. Alleen horen en lezen beklijft niet. Het begrijpen gaat het beste door in het onderwerp te duiken en het op te schrijven. Ik besloot om het bestudeerde niet voor mezelf te houden maar te delen. De studies staan allemaal rechts op dit blog. Ze gaan over Bijbelse onderwerpen die mij aanspreken.

Verder probeer ik elke maand een blog te plaatsen. Zo'n stukje schrijf ik in eerste instantie voor het blad van de kerkelijke gemeenschap waar ik neer toe ga. Als het daar is verschenen deel ik het hier. Zo vang ik twee vliegen in één klap. De onderwerpen zijn uit Gods Woord, tijdschriften of gaan over persoonlijke gebeurtenissen en ervaringen. Ik nodig je uit om rond te snuffelen in mijn studies en je voordeel er mee te doen. Je mag ze gerust kopiëren of delen maar dan wel graag met vermelding van de bron. Succes met studeren. Het staat je vrij om te reageren.


Studie: "Beproeft de dingen die daarvan verschillen". Fil.1:10

Beproeft de dingen die daarvan verschillen.

Wat ik de afgelopen jaren heb geleerd is dat het heel belangrijk is hoe ik de Bijbel lees, want dat heeft invloed op mijn praktisch geloof. Op internet kan  ik diverse sites met nuttige tips vinden die me vertellen hoe ik de Bijbel kan lezen. Maar ondanks al deze tips werd de Bijbel voor mij een verwarrend boek en soms een boek wat zichzelf tegen sprak. Dit had onder anderen, zo heb ik ontdekt, te maken met de volgorde van de Bijbelboeken. Maar ook met geheel verkeerd vertaalde woorden. Dit alles ben ik, tot mijn grote spijt, later op het spoor gekomen. Toen dit mij duidelijk werd vielen er veel kwartjes op hun plaats. Ik vind het nu belangrijk om de kennis die ik meen te hebben opgedaan met anderen te delen. Zie ook mijn studie: "Tegenstrijdighedenin de Bijbel"

De teksten die ik aanhaal komen uit de Herziene Statenvertaling.
Ik wil beginnen met Filippenzen 1: 9-11

Filippenzen 1: 9 - 11 9 En dit bid ik dat uw liefde nog steeds overvloediger wordt in kennis en alle fijngevoeligheid, 10 opdat u kunt onderscheiden wat wezenlijk is, opdat u oprecht bent en zonder aanstoot te geven tot de dag van Christus,
11 vervuld met vruchten van gerechtigheid, die door Jezus Christus zijn, tot heerlijkheid en lof van God.
Filippenzen 1: 10  Opdat gij beproeft de dingen, die daarvan verschillen, SV

In deze teksten lees ik over overvloedige liefde (agapé), kennis (epignosis = kennen door innige vorm van gemeenschap) en fijngevoeligheid. (1) Deze drie eigenschappen zijn nodig om te kunnen beproeven, te kunnen onderscheiden wat wezenlijk is in Gods Woord. Er zijn dus verschillen in de Bijbel die van belang zijn. Als ik dat onderscheid heb, dan ben ik oprecht, geef ik geen aanstoot tot de dag van Christus en ben ik vervuld met vruchten van de gerechtigheid. Dit is door Christus tot eer van God.

Wat is dat onderscheid en wat zijn die verschillen? Dat hoop ik hier verder uit te leggen in de volgende punten:

  • De volgorde van de Bijbelboeken
    • Handelingen
    • Efeze
  • Verschillende evangeliën
  • Bedelingen
  • Gemeenten en De Gemeente
  • De Griekse woorden 'ge' en 'oikoumene'.
  • voleinding der wereld (aion)

De volgorde van de Bijbelboeken.

Op 
christipedia heb ik een schema gevonden van alle Bijbelboeken op datum. Ik heb alleen het Nieuwe Testament hier afgedrukt omdat de lijst anders wel heel erg lang wordt.

Galaten 49 na Chr.

Jacobus 49 volgens sommigen vóór de apostelvergadering te Jeruzalem in 50 n.C.
1 Thessalonisenzen 51

2 Thessalonisenzen 51-52

1 Korintiërs 55

Marcus 55-65

2 Korintiërs 55-57

Romeinen 57

Efeziërs 60

Lucas 60

Kolossenzen 60

Philemon 60

Mattheüs 60-65

Filippenzen 61

1 Petrus 62-64

Handelingen 63-70

Titus 64

1 Timoteüs 64

Judas 65

2 Timoteüs 66/67

2 Petrus 67

Hebreeën 62?vóór de verwoesting van de tempel in 70 n.Chr.

John 85-90 Er zijn echter argumenten voor een datering vóór de verwoesting van Jeruzalem, zie Evangelie van Johannes.
1 Johannes 85-90

2 Johannes 90

3 Johannes 90

Openbaring 95


Niet iedere Bijbel onderzoeker geeft dezelfde datums weer, maar over het algemeen komt men met het tijdstip van schrijven wel aardig overeen.  Als ik dit schema bekijk dan zie ik dat de chronologische volgorde van de Bijbelboeken anders is dan de volgorde van de boeken in mijn Bijbel. Mijn Bijbel begint met de vier evangeliën (
groen gekleurd in het schema). Nu is dat wel heel logisch ook al zijn ze later geschreven dan bijvoorbeeld de Jacobus brief. De evangeliën beschrijven de komst en de bediening van de Here Jezus. De Here Jezus was 30 jaar toen hij aan Zijn werk begon. Dus de geschiedenis van de evangeliën speelt zich af ongeveer in 30 na Chr. Hoewel ik las in brochure 3 van de site "Levend Water" dat Christus in het jaar 5 v Chr. is geboren.


Na de evangeliën komt in mijn Bijbel het boek Handelingen (oranje). Ook dit is logisch. Het beschrijft het vervolg van de evangeliën. Daar waar Christus gestopt is gaan de apostelen verder. Het boek Handelingen beschrijft het handelen van de Apostelen in de jaren 30 - 60 na Christus. Ook Handelingen is later geschreven.

Maar dan zie ik een merkwaardig verschil met de volgorde zoals die in mijn Bijbel staat. In mijn Bijbel komt na Handelingen de brief aan de Romeinen. Maar in het schema zie ik als eerste de brief aan de Galaten. Men heeft mij verteld dat de volgorde van de Bijbel brieven gemaakt is naar aanleiding van de grote van de brief. Maar is dat een logische volgorde? Waarom heeft men niet de chronologische volgorde genomen? Ik heb geen idee en wat ik hoor en lees is dat de volgorde niet uitmaakt. Maar ik wil laten zien dat de volgorde wel degelijk uitmaakt. Daarvoor wil ik vier teksten op een rij zetten:

1Kor.15: 51, 52 51 Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.

Fil.1: 21, 22 21 Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst. 22 Maar blijf ik leven in het vlees, dan betekent dit voor mij vruchtbaar werken wat ik verkiezen zal, weet ik niet.

1Thess.4: 15 Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan.

2Tim.4: 6  Ik word immers reeds als een plengoffer uitgegoten en het tijdstip van mijn heengaan is aanstaande.

Deze vier teksten staan in de volgorde van mijn Bijbel. Twee teksten, 1 Korinthe 1: 51, 52 en 1 Tessalonicenzen 4: 15  gaan over de komst van de Heer. Paulus verwacht dit mee te maken tijdens zijn leven. Maar in Filippenzen 1: 21, 22 en 1 Timoteüs, de tweede en de vierde tekst in de rij, heeft Paulus het over sterven. Als ik de volgorde van mijn Bijbel aanhoud dan verwacht Paulus eerst dat hij in leven zal zijn bij de komst van de Heer. Daarna verwacht hij te gaan sterven en vervolgens heeft hij het opnieuw over het in leven zijn bij de komst van de Heer en daarna nog een keer over zijn sterven. Weet Paulus niet wat hij wil? Ik geloof niet dat dit het is. Sommigen hebben mij gezegd dat het niet uitmaakt. Paulus gaat uit van beide opties. Dat lijkt me sterk. Paulus die openbaringen kreeg van God zou niet weten hoe zijn toekomst er uit ziet?

Nee er is een ander reden. Het zit hem in de volgorde van de Bijbelboeken. Kijk ik naar het schema dan zie ik daar zeven, door mij geel gekleurde, bijbel boeken. Dit zijn zeven brieven die Paulus tijdens Handelingen geschreven heeft. Over de Hebreeën brief is men het niet helemaal eens, maar ik ga er hier vanuit dat Paulus die ook heeft geschreven. Neem ik nu mijn aangehaalde teksten er bij dan zie ik dat de eerste en de derde tekst passen in de geel gekleurde serie brieven van Paulus, die hij dus het eerst geschreven heeft, tijdens Handelingen.

Paulus heeft nog zeven brieven geschreven, die ik turquoise heb gekleurd. Deze brieven heeft Paulus later geschreven. Dat is ook te zien aan de datums. Ik noem dit in vervolg de latere brieven van Paulus. Ik ga weer naar mijn aangehaalde teksten en zie dat de tweede en vierde tekst in het turquoise gekleurde rijtje passen. 

Conclusie: Paulus ging er tijdens het schrijven van zijn brieven in Handelingen vanuit dat hij levend de komst van de Heer zou mee maken. 
Maar in de latere brieven die hij schreef, gaat hij er vanuit dat hij zou sterven.
Wat is er ondertussen gebeurd? Waarom is zijn verwachting veranderd?
Om deze vragen te beantwoorden moet ik eerst gaan kijken waar het boek Handelingen over gaat. Wat is het centrale thema van Handelingen?

Handelingen.

Hand.1: 3 Hij heeft Zichzelf, nadat Hij geleden had, ook levend aan hen vertoond, met veel onmiskenbare bewijzen, veertig dagen lang, waarbij Hij door hen gezien werd en over de dingen sprak die het Koninkrijk van God betreffen.

Dit vers verteld mij al direct waar het in Handelingen over zal gaan. Het is niet voor niets dat de Here Jezus 40 dagen lang met zijn apostelen spreekt over het Koninkrijk van God. In de evangeliën is dit ook het hoofd onderwerp. In Mattheüs komen de woorden 'Koninkrijk der hemelen' 31 keer voor. Dit Koninkrijk was nabij gekomen.

Mt.3: 2  en zei: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Mt.4: 17  Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Mt.10: 7  En als u op weg gaat, predik dan: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.

In de andere drie evangeliën, Handelingen en in de brieven geschreven tijdens Handelingen komen de woorden 'Koninkrijk Gods' 68 keer voor. Het kan mij dus haast niet ontgaan dat het onderwerp van deze brieven het Koninkrijk van God, of het Koninkrijk de hemelen is. Het gaat over hetzelfde Koninkrijk en dit Koninkrijk was nabij gekomen. Het was er dus nog niet. In Handelingen 1: 6 vragen de apostelen dan ook:
6 Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?
De Heer geeft geen duidelijk antwoord maar zegt: Hand.1: 7, 8 7 En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, 8 maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde (ge).

In Handelingen 3: 19, 20 zie ik dat de tijden van verkwikking (dit is het Koninkrijk) zullen komen wanneer het volk Israël zich bekeerd.

Hand.3: 19, 20 19 Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden en er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van de Heere, 20 en Hij Jezus Christus zal zenden, Die tevoren aan u verkondigd is.

In geheel Handelingen klinkt de oproep tot bekering zodat Christus kan terug komen om Zijn Koningschap op zich te nemen. Zo ook nog iHandelingen 28: 23 En nadat zij voor hem een dag vastgesteld hadden, kwamen er velen naar de plaats waar hij verbleef. Hij legde het Koninkrijk van God aan hen uit en getuigde ervan, en hij probeerde hen, van 's morgens vroeg tot de avond toe, zowel uit de Wet van Mozes als uit de Profeten, te bewegen tot het geloof in Jezus.

Als Israël zich bekeerde zou Christus als Koning terug kunnen komen en dan zouden Paulus en alle anderen dit bij leven mee maken. Dan zou 1 Korinthe 15: 51, 52 en 1 Tess.4: 15 in vervulling zijn gegaan.  
Maar helaas, de voortdurende oproep van Paulus is tevergeefs. Paulus moet zeggen in Handelingen 28: 26- 2826 Ga naar dit volk toe en zeg: Met het gehoor zult u horen, maar beslist niet begrijpen, en ziende zult u zien, maar beslist niet opmerken, 27 want het hart van dit volk is vet geworden en zij hebben met de oren slecht gehoord, en hun ogen hebben zij dichtgedaan, opdat zij niet op enig moment met de ogen zouden zien en met de oren horen en met het hart begrijpen, en zij zich zouden bekeren en Ik hen zou genezen. 
28 Laat het u dan bekend zijn dat de zaligheid van God aan de heidenen gezonden is, en die zullen luisteren.

Dit houdt in dat Christus niet terug kwam als Koning. Het nabij gekomen Koninkrijk met al zijn beloftes en zegeningen kon niet worden opgericht. Het wordt uitgesteld. Dit is de reden dat Paulus niet meer verwacht dat hij bij zijn leven de terugkomst van Christus mee zal maken. Hij weet dat het nog heel lang zal duren voordat het Koninkrijk wel opgericht kan worden. Paulus zal dan gestorven zijn en met hem allen die toen leefden. Dat is de reden dat Paulus in zijn latere brieven schrijft over zijn sterven en zijn ontbinding.  In 70 na Chr. wordt het helemaal duidelijk dat het Koninkrijk niet meer wordt opgericht als de tempel in Jeruzalem verwoest wordt. Het volk Israël is Lo-Ammi, niet Mijn volk, geworden.

Maar niet alleen is de hoop van de gelovigen, om Christus bij leven terug te zien komen, vervlogen ook alle beloften behorende bij het Koninkrijk van God werden uitgesteld. Ik geloof dat al het onderwijs wat in de zeven (gele) brieven van Paulus is geschreven aan eerst de Jood en dan de Griek, na de woorden van Paulus in Handelingen 28: 28 niet meer van toepassing zijn. Maar ook al is de toepassing niet voor deze genade tijd, we kunnen veel uit deze brieven leren. Deze brieven worden pas weer praktisch als het Koninkrijk van God opnieuw nabij zal komen. Dit zal zeker gebeuren, want dat is de belofte in het Oude en Nieuwe Testament. Velen menen dat wij nu aan dit Koninkrijk kunnen bouwen. Maar klopt dat wel? Is Christus nu Koning? Is het Koninkrijk opgericht? Sommigen denken dat met de oprichting van de staat Israël in 1948 de beloften van het Koninkrijk aan Israël weer hun aanvang hebben genomen. Maar waar is Christus en waar zijn dan de tekenen die vooraf zijn gegaan aan de komst van de Koning? En één van de tekenen was dat het volk Israël zich zou moeten bekeren. Is daar al sprake van? Ik kan dit niet zien.

Maar als dan de brieven van Paulus, die hij tijdens Handelingen heeft geschreven, nu niet relevant zijn wat blijft er dan nu, voor ons, over?

Daarvoor wil ik gaan naar de 7 (turquoise) brieven van Paulus die hij na Handelingen heeft geschreven. 

Efeze.

De brief aan Efeze is de eerste brief die Paulus schrijft nadat de Handelingen periode is afgesloten en het Koninkrijk niet meer nabij is. Paulus begint met aan de Efeziërs uit te leggen wat hun zegeningen nu zijn. Er zijn zeker overeenkomsten met de brieven die Paulus tijdens Handelingen schreef. Dat kan ik lezen in Efeze 1 en 2. Het was nodig om opnieuw de basis van het geloof te verduidelijken,  want de gelovigen wisten, na wat Paulus in Handelingen 28: 26-28 gesproken had, niet meer waar ze nu aan toe waren. Er is in de Efeze brief geen sprake meer van eerst de Jood en dan de Griek. Er is geen sprake meer van het Koninkrijk der hemelen waar via Israël ook de volkeren deel aan zouden krijgen. Dit op grond van de zegeningen en beloften, uit de boeken Mozes en de profeten, aan Abraham (Gen.12: 3 en Hand.3: 25). Alle gelovigen zijn nu het zelfde en hebben deel aan dezelfde zegeningen. Dit zijn geestelijke zegeningen, geen aardse. De belofte van het Koninkrijk was aards, met een hemelse zichtbare Koning. Nu is Christus het Hoofd van Zijn Lichaam, Zijn Gemeente, hoewel ik dit niet kan zien. Er is maar één Lichaam en één Hoofd.
Helaas wordt dit niet goed begrepen en het is ook nooit goed begrepen. Er zijn diverse kerken, groepen en stromingen binnen het christendom. Men noemt dat de veelkleurigheid van God. Maar ik geloof dat het nooit de bedoeling is geweest dat we zo verdeeld zouden zijn. Want laten we eerlijk zijn, we zijn het zelden eens over een heleboel zaken. Daarom ook steeds weer de roep om elkaar te zoeken in wat we gemeen hebben. Dat gaat moeizaam. Want hoe moeten we gedoopt worden, hoe zit het met het avondmaal, de heilige geest, genezing, enz, enz.

In Efeze 3: 1-9 lees ik dat er een nieuwe openbaring is geweest, die Paulus bekend mag maken. Deze openbaring is een verborgenheid. Het is aan niemand in andere eeuwen geopenbaard. Er zijn dus ook geen gedeeltes uit de Bijbel die naar deze periode verwijzen, hoewel men dit wel meent te zien. Nee, het is een totaal nieuwe andere periode of bedeling zoals de SV het noemt. Deze bedeling heeft overeenkomsten met de vorige bedeling (de Handelingen periode) maar dus ook totaal nieuwe openbaringen. 

Efeze 3: 1-9 1 Om deze reden ben ik, Paulus, de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen bent, 2 als u tenminste gehoord hebt van de uitdeling (bedeling SV) van de genade van God die aan mij gegeven is ten behoeve van u, 3 dat Hij mij door openbaring dit geheimenis bekendgemaakt heeft (zoals ik eerder in het kort geschreven heb; 4 waaraan u, als u dit leest, mijn inzicht kunt bemerken in het geheimenis van Christus), 5 dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest, 6 namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het Evangelie, 7 waarvan ik een dienaar geworden ben, krachtens de gave van de genade van God, die mij gegeven is, naar de werking van Zijn kracht. 8 Mij, de allerminste van alle heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen, 9 en allen te verlichten, opdat zij mogen begrijpen wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God, Die alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus, 

In dit gedeelte legt Paulus uit dat hij een gevangene van Christus is voor ons die heidenen zijn. In de grondtekst staat voor 'heidenen' het woord 'ethnos' wat ook met volkeren vertaald kan worden. En het gaat hier over volkeren, namelijk andere volkeren dan het volk Israël. Maar omdat het volk Israël zijn speciale positie verloren heeft na Handelingen en Lo-Ammi is geworden, wordt het nu toegevoegd aan de volkeren. Dit wordt duidelijk in Efeze 2. Paulus vervolgt in Efeze 3: 2 dat hij de bedeling van de genade van God mag door geven aan de volkeren. In vers 3 legt Paulus uit dat God hem door een openbaring een verborgenheid, een geheimenis (NBG) bekend gemaakt heeft die nog nooit eerder bekend is gemaakt, zie vers 5, maar die Paulus nu vertellen mag aan de heilige apostelen en profeten. Wat houdt dat geheim in? Dat lees ik in vers 6 namelijk dat de volkeren, dus het volk Israël en andere volken, mede-erfgenamen zijn van hetzelfde lichaam. In de grondtekst staat voor het 'hetzelfde' het woord 'sussomos' en dat betekent: van het samen lichaam, of behorende tot het samen lichaam (zie online Bijbel). In Handelingen was geen sprake van een samen lichaam. Daar was het eerst de Jood en dan de Griek. Dit is één van die dingen 'die daarvan verschillen' zoals in Filippenzen 1: 10 staat.

In Kolossenzen 1: 25-27, Titus 1: 1-3 en 2 Timótheüs 1: 9-11 (alle drie turquoise brieven) staat ongeveer hetzelfde als in Efeze 3: 1-9.

Kol.1:25-27 25 Daarvan ben ik een dienaar geworden, overeenkomstig de beheerstaak van God, die mij met het oog op u gegeven is om het Woord van God te vervullen, 26 namelijk het geheimenis , dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen. 27 Aan hen heeft God willen bekend maken wat de rijkdom is van de heerlijkheid van dit geheimenis onder de heidenen: Christus onder u, de hoop der heerlijkheid.

Tit.1: 1-3 1 Paulus, een dienstknecht van God en een apostel van Jezus Christus, overeenkomstig het geloof van de uitverkorenen van God en de kennis van de waarheid, die in overeenstemming met de godsvrucht is, 2 in de hoop op het eeuwige leven, dat God, Die niet liegen kan, vóór de tijden der eeuwen beloofd heeft. En Hij heeft op de door Hem bestemde tijd Zijn Woord geopenbaard, 3 door de prediking, die aan mij toevertrouwd is overeenkomstig het bevel van God, onze Zaligmaker. Aan Titus, mijn oprechte zoon overeenkomstig het gemeenschappelijk geloof:

2Tim.1: 9-11 9 Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen, 10 maar nu is geopenbaard door de verschijning van onze Zaligmaker, Jezus Christus, Die de dood tenietgedaan heeft, en het leven en de onvergankelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie, 11 waarvoor ik aangesteld ben als prediker, apostel en leraar van de heidenen.

Wat opvalt in Titus 1: 2 en in 2 Timoteüs 1: 9 is dat God ons al op het oog had vóór de tijden der eeuwen. Iets dergelijks staat ook inEfeze 1: 4 omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde.
Maar dit geheim heeft God niet eerder willen openbaren dan op dit moment van schrijven door Paulus. Eerst wilde God Zijn weg met Zijn volk Israël gaan.

In Efeze 5: 23 en Kolossenzen 1: 18 staat dat Christus het Hoofd (geen Koning) van Zijn Gemeente, Zijn lichaam is:
Ef.5:23 want de man is hoofd van de vrouw, zoals ook Christus Hoofd van de gemeente is; en Hij is de Behouder van het lichaam.
Kol.1: 18 En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.

Bedelingen.

In Efeze 3: 2 ben ik het woord 'uitdeling' of zoals het in de SV staat 'bedeling' tegen gekomen. In de NBG staat 'bediening'. In de grondtekst staat 'oikonomia' wat 'huishouding' betekent. In zo'n huishouding gelden bepaalde regels en voorschriften. Het is belangrijk om te onderscheiden over welke huishouding het gaat, omdat de regels van de ene huishouding vaak niet gelden voor de andere.  Een 'oikonomia' oftewel een bedeling, bediening is niet aan een tijdsperiode verbonden. Een bedeling is iets anders dan een eeuw, zie (3). Het is een bediening verbonden aan een dienstknecht van God, in dit geval aan Paulus. 'Oikonomia' wordt ook wel met 'rentmeesterschapvertaald. En waarvan is Paulus dan rentmeester? Dat staat er bij, namelijk van genade.

Die genade bediening van Paulus was er al, maar alle volkeren kunnen er nu rechtstreeks (en niet meer via Israël en de belofte aan Abraham) deel aan krijgen. Paulus had dus eigenlijk 2 bedieningen achter elkaar. De eerste liep via Israël naar de volkeren. Ik zie dan ook in het boek Handelingen dat Paulus steevast eerst naar de synagogen ging om de Joden het evangelie van het komende Koninkrijk te brengen, zie bijvoorbeeld Handelingen 18: 4 en 19. Werd hij daar niet gehoord, dan ging hij naar de heidenen. Die bracht hij de zegeningen en beloften van Abraham (Gen.12: 3 en Hand.3: 25) uit de boeken Mozes en de profeten. En dit gebeurde voor de laatste keer in Handelingen 28. Daarna ontving Paulus een bediening van God voor de volkeren. Daar spreekt hij over in Efeze 3. In de Efeze brief hebben de volkeren rechtstreeks deel aan de genade. Ook dit is één van die dingen 'die daarvan verschillen' zoals in Filippenzen 1: 10 staat.

Er is ook een huishouding geweest waarin de wet de hoofdrol speelde. In die bedeling was Mozes de rentmeester. Ik leef nu niet onder de wet maar onder de genade. Maar ik hoef maar even om me heen te kijken om te zien wat de gevolgen zijn van het door elkaar heen halen van deze twee bedelingen.

Er zijn meerdere dienstknechten geweest die een bediening kregen van God. Zij moesten dan op een bepaald moment een boodschap brengen die behoorde bij het tijdstip van optreden zo lees ik in brochure 12 van de site "Levend Water". Zo zie ik in Galaten 2: 7 en 9 dat Jakobus, Petrus (Kefas) en Johannes hun boodschap aan de besnedenen brachten. Dat was dus het volk Israël.

Gal. 2: 7, 9 7 Maar integendeel, zij zagen dat aan mij het Evangelie onder de onbesnedenen toevertrouwd was, zoals aan Petrus dat onder de besnedenen. 9 En toen Jakobus, Kefas en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, de mij gegeven genade erkenden, gaven zij mij en Barnabas de rechterhand van gemeenschap, opdat wíj naar de heidenen en zíj naar de besnedenen zouden gaan.

Deze verzen bevestigen de bediening van Paulus tijdens Handelingen. Een bediening die liep via 'eerst de Jood en dan de Griek'. Die bediening ging dus niet buiten het volk Israël om. De bediening van Paulus aan de volkeren hield niet in dat Paulus niet naar de Joden mocht gaan. In tegendeel. Paulus ging telkens eerst naar de synagogen, en als zijn boodschap daar niet gehoord werd ging hij naar de heidenen (ethnos). De volkeren, die tot geloof kwamen, werden geënt op het volk Israël en kregen deel aan de beloften en zegeningen van Abraham zoals ik kan zien in Gen.12: 3 en Hand.3: 25.

De Apostelen Jakobus, Petrus en Johannes hadden hun bediening aan de besnedenen, en niet aan de Gemeente het Lichaam van Christus waar Hij het Hoofd van is. En ook dit verschil is belangrijk om te zien. Want in de brieven die zij schreven is dit ook duidelijk terug te zien. Hun brieven worden de algemene zendbrieven genoemd. Deze heb ik paars gekleurd in het schema. Als ik naar de aanhef ga van de Jacobus brief en de brieven van Petrus, dan lees ik daar dat ze geschreven zijn aan de twaalf stammen in de verstrooiing (Jacobus) of aan de uitverkoren vreemdelingen die verstrooid zijn ( 1 Petrus 1: 1, 2). Ook in de 3 brieven van Johannes zijn, naar mijn mening, de geadresseerden het volk Israël. Johannes schrijft in 1 Johannes 2: 18 dat de gelovigen leven in het laatste uur en dat de antichrist er aan komt. Dat komt overeen met de boodschap van de evangeliën en Handelingen waar het nabij gekomen Koninkrijk werd gepredikt.

1 Johannes 2: 18 Kinderen, het is het laatste uur; en zoals u gehoord hebt dat de antichrist eraan komt, zijn er ook nu al veel antichristen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is.

Nu hoor ik vaak dat wij in de eindtijd leven. En er wordt regelmatig gespeculeerd over de mate waarin wij in die eindtijd gevorderd zijn. Maar elke keer hebben wij het weer fout. Ik geloof dat wij nu nog niet in het laatste uur leven. Wij leven mogelijk in het tijdperk van de laatste dagen:
2 Timótheüs 3: 1 En weet dit dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken.

De 2e brief van Johannes is geschreven aan de uitverkoren vrouw en haar kinderen. Met deze vrouw wordt het volk Israël bedoeld.
De brief van Judas is geschreven aan de geroepenen die door God de vader geheiligd zijn. Het volk Israël zijn degenen die door God geroepen zijn.
Waarom is het zo belangrijk dat ik er goed op let aan wie de brieven zijn geschreven? Wel, ik meen dat veel zegeningen die aan het volk Israël gegeven zijn niet voor de volkeren (heidenen) zijn. Neem bijvoorbeeld het Nieuwe Verbond. Heel veel christenen menen dat het Nieuwe Verbond voor ons gelovigen uit de volkeren is. Maar als ik de teksten lees die met het Nieuwe Verbond te maken hebben kom ik tot het inzicht dat het Nieuwe Verbond met Israël zal worden opgericht, zie mijn studie: " Het Oude en het Nieuwe verbond". En zo geloof ik ook dat dat de Bruid zal bestaan uit de uitverkorenen van het volk Israël is en niet uit de gemeente van Christus, die Zijn Lichaam is en waarvan Christus het Hoofd is, zie mijn studie: "Wie is de Bruid?"

Zou het de bedoeling zijn geweest dat ik de zegeningen van het Volk Israël afpak? Nee, ik heb mijn eigen geestelijke zegeningen samen met alle gelovigen uit de volkeren, waaronder dan nu ook, tijdelijk in deze genade bedeling, het volk Israël valt. Het zijn kostbare rijke zegeningen.

Verschillende evangeliën.

Als ik het evangelie verkondig, welk evangelie breng ik dan? Want het is mij opgevallen dat er verschillende evangeliën zijn. Evangelie is in het Grieks 'euaggilion'. Het betekent 'goede, blijde boodschap'. Het woord komt alleen in het Nieuwe Testament voor en wel 93 keer. In Mattheus 4: 23, 9: 35 en 24: 14 lees ik over het evangelie van het Koninkrijk. In Markus 1: 14, Lukas 4: 43, Lukas 8: 1 en Handelingen 8: 12 lees ik over het evangelie van het Koninkrijk Gods.
Wat opvalt is dat in de Evangeliën en Handelingen sprake is van het evangelie van het Koninkrijk. En dat is niet zo vreemd, want die boeken gaan ook over het nabij gekomen Koninkrijk. Naar mijn idee kan ik nu niet het evangelie van het Koninkrijk verkondigen, omdat ik gezien heb dat het Koninkrijk is uitgesteld. Ik geloof dat in de toekomst dit evangelie wel weer gebracht zal worden en wel door het volk Israël, als het tot bekering is gekomen. Zij zullen dan als koningen en priesters er op uittrekken, en de grote daden van God verkondigen. In mijn studie "De toekomst van de mens" deel 1 beschrijf ik dit toekomstige Koninkrijk.

In Handelingen 20: 24 lees ik over het evangelie van de genade.
Het evangelie van Christus komt 9 keer voor, namelijk in Romeinen 15:19,
1 Korinthe 9:12, 18, 2 Korinthe 2: 12, 9: 13, 10: 14, Galaten 1: 7, Filippenzen 1: 27 en 1 Thessalonicenzen 3: 2.

In Efeze 1:13 is sprake van het evangelie van uw zaligheid. Aangezien wij leven in de bedeling na Handelingen is deze evangelie boodschap voor ons. Dat komt overeen met wat ik in Handelingen 28: 28 lees als de oprichting van het Koninkrijk niet doorgaat: Laat het u dan bekend zijn dat de zaligheid van God aan de heidenen gezonden is, en die zullen luisteren.
Wat dit evangelie van uw zaligheid inhoud lees ik in Efeze 1: 3 – 14. Het gaat over onze geestelijke zegeningen, onze verlossing, onze positie IN Christus en ons erfdeel. Als dat geen goede blijde boodschap is! 

Efeze 1: 3 -14 God heeft ons gezegend met geestelijke zegeningen. Hij heeft ons uitverkoren vóór de grondlegging der wereld. Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden. God heeft ons IN Christus verlost door het bloed van Christus overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade. God heeft ons het geheimenis van Zijn wil bekend gemaakt. IN Christus zijn wij verzegeld met heilige geest van de belofte die het onderpand is van onze erfenis. (Zie ook het bericht van 3-2-2015)

Toch wordt dit evangelie in onze tijd regelmatig aan gevuld met zegeningen die voor het nabij gekomen Koninkrijk bedoeld zijn. Ik denk dan aan wonderen, tekenen en genezingen. Als ik niet de dingen die verschillen onderscheid ga ik deze krachten toepassen in onze bedeling met als gevolg teleurstellingen en verwarring.

Gemeenten en Gemeente.

In de Bijbel komen de begrippen gemeenten 37 keer en gemeente 167 keer voor. In het Oude Testament, in Exodus 12: 6, wordt geschreven over een gemeente der vergadering van Israël. Ook is er in het Oude testament 13 keer sprake van de gemeente van Israël. In het Nieuwe Testament worden ook de woorden gemeenten en gemeente gebruikt. Maar het gaat niet iedere keer over dezelfde gemeente. Het is belangrijk om uit de teksten op te maken over welke gemeente het gaat. 

De gemeente als meervoud, dus gemeenten, komt niet voor in de zeven latere (turquoise) brieven  van Paulus. Wel worden de brieven geschreven aan de gemeenten in de verschillende plaatsen, zoals Efeze (1) en Kolosse. Maar de boodschap aan deze gemeenten is dat zij behoren tot De Gemeente het Lichaam van Christus waarvan Christus het Hoofd is. De gemeenten worden dus gezien als één geheel. Dit is een belangrijk verschil met de ander genoemde gemeenten.
(1) In de NBG vertaling staat in Efeze 1: 1 het woordje 'Efeze' tussen haakjes. De Willibrord vertaling vermeld dat deze brief aan meerdere gemeenten is geschreven. Gemeenten die na Handelingen allemaal bij het ene Lichaam van Christus behoren, waarvan Hij het Hoofd is.

In Handelingen, Galaten, 1, 2 Thessalonicenzen, Romeinen, 1, 2 Korinthe en Openbaring wordt over gemeenten gesproken. Dat zijn plaatselijke gemeenten. 

In Openbaring 1: 4, 11 en 20 lees ik over zeven gemeenten, die in Asia zijn. Ik heb altijd uitgelegd gekregen dat die zeven gemeenten staan voor de Europese kerk geschiedenis. Maar het kan in die zeven gemeenten niet over deze kerkgeschiedenis gaan. De kerkgeschiedenis speelt zich af nadat het Woord van God geschreven is. Er zijn geen profetieën of periodes in de Bijbel die over de kerkgeschiedenis schrijven. 

De zeven brieven van Openbaring gaan over dat wat Johannes gezien had in Openbaring 1: 12 - 18. Vanaf vers 20 moet hij de betekenis uitleggen van wat hij gezien heeft. En hij moet opschrijven wat er hierna zal gebeuren; Openbaring 1: 19 Schrijf nu op wat u hebt gezien, en wat is, en wat hierna zal geschieden. De grondtekst bevestigd dit. Er staat: Schrijf dan welke (dingen) jij waarnam, en welke (dingen) zij zijn, en welke (dingen) op het punt staan (te) worden na deze (dingen).

De meeste uitleggers laten "en wat is" slaan op de kerkgeschiedenis. Maar als ik Openbaring lees in het kader waarin het geschreven is dan is het een vervolg op het Oude Testament (veel aanhalingen uit het OT), de evangeliën, de algemene (paarse) zendbrieven en Handelingen. "Wat is" en "hetgeen dat nog gebeuren moet" slaat op de toekomstige gebeurtenissen in Asia. 

Ik geloof dus dat het werkelijk over zeven gemeenten in Asia gaat. Ze worden met naam genoemd. Johannes beschrijft in de zeven brieven aan die gemeenten 'dat wat was'. Die gemeenten hadden goede dingen maar waren ook bezig met verkeerde leringen zoals de lering van Bileam in Openbaring 2: 14. Of de lering van de Nikolaïeten in Openbaring 2: 15. Dan was er nog de lering van Izebel in Openbaring 2: 20. Deze dwaal leringen zijn voor ons nauwelijks te begrijpen. Maar die gemeentes wisten wel waar Johannes het over had.

Openb.1: 4, Johannes aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: genade zij u en vrede, van Hem Die is en Die was en Die komt, en van de zeven Geesten, Die voor Zijn troon zijn,

Het bijzondere is dat Paulus in 2 Timotheüs 1: 15 zegt: 15 Dit weet u dat allen die in Asia zijn, zich van mij afgekeerd hebben. Tot hen behoren Fygellus en Hermogenes.

En waarvan hebben deze gemeenten zich dan afgekeerd?
Paulus predikt in zijn latere (turquoise) brieven een verborgenheid. Het Koninkrijk van God wordt niet opgericht, maar iedere gelovige uit de volkeren, met inbegrip van de gelovige Israëlieten, krijgen deel aan het ene Lichaam van Christus waarvan Hij het Hoofd is. Alle bij het Koninkrijk behorende zegeningen zijn uitgesteld en er blijven geestelijke zegeningen over. Er hoefden geen offers meer te worden gebracht. Er was geen tempel-, priester-, offerdienst meer. En de Joden werden verstrooid over het toenmalige Romeinse rijk lees ik in brochure 3 van de site "Levend Water". (De tempel werd verwoest in 70 na Chr.) Dat was voor de toen levende gelovigen een grote schok. Zij zijn van slag en hebben moeite met dat wat Paulus uitlegt. Zijn er in de eerste brieven, Efeze, Kolossenzen en Filippenzen nog veel gelovigen die hem volgen, naarmate de tijd vordert vallen en steeds meer gelovigen af en volgen hun eigen regels. Zij passen de regels van het Koninkrijk aan en maken hun eigen religie. Dat zie ik nu nog steeds terug in de huidige tijd, maar daar wil ik hier niet verder op ingaan. Wat ik lees in 2 Timotheüs 1: 15 is dat allen in Asia zich van hem hebben afgekeerd en dit wordt bevestigd in:

2 Timotheüs 4: 3, 4 3 Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten.
4 Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels.

Men heeft zich van de waarheid afgekeerd en zich gericht tot allerlei verzinsels.
In 2 Petrus 3: 15 en 16 lees ik dat Petrus in 67 na Chr. over Paulus schrijft. Petrus heeft zeker de brieven van Paulus gelezen. Hij vindt sommige zaken moeilijk te begrijpen en waarschuwt er voor dat onkundige en onstandvastige mensen deze leer kunnen verdraaien tot hun eigen verderf.

2 Petrus 3: 15, 16 15 en beschouw het geduld van onze Heere als zaligheid; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u geschreven heeft, 16 zoals ook in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die moeilijk te begrijpen zijn, die de onkundige en onstandvastige mensen verdraaien, tot hun eigen verderf, net als de andere Schriften.

Helaas is dat wel gebeurd en plukken wij hier nu nog de vruchten van. Want wij discussiëren in onze kerken heel wat af over hoe wij moeten samenkomen enzovoort. De meningsverschillen zijn groot. En dat vind ik logisch als we niet letten op de dingen die verschillen, maar alles door elkaar husselen.

Nog een speciaal met naam genoemde gemeente is de gemeente der eerstgeborenen in:
Hebr.12: 22, 23 22 Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen, 23 tot een feestelijke vergadering en de gemeente van de eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid zijn gekomen,

Het mag duidelijk zijn dat ik, als gelovige uit de volkeren, niet tot deze gemeente behoor. Nee, tot deze gemeente behoren de tot geloof gekomen Hebreeërs. Zij zijn genaderd tot het hemelse Jeruzalem en tot de gemeente der eerstgeboren.  Ook Abraham behoort hier toe, want hij verwachte de stad die fundamenten heeft zoals ik lees in Hebreeën 11: 10. Allen die in de Handelingen periode tot geloof zijn gekomen krijgen deel aan deze zegeningen en behoren tot de gemeente der eerstgeborenen. Dit is de belofte aan Abraham in Gen.12: 3 en Hand.3: 25 waar ook de volkeren, via Israël, deel aan zouden krijgen. Zie ook mijn studie:Wie is de bruid

Als laatste wil ik het hebben over:
Mattheüs 16: 18, 19 18 En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. 19 En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.

Deze verzen hebben in mijn geloofsleven voor verwarring gezorgd. Men legde uit dat wij, gelovigen uit de volkeren, 'Mijn gemeente' waren. En wij konden binden en ontbinden. Dit had praktisch tot gevolg dat wij zeggenschap, macht hadden over andere gelovigen. Er werd door de gemeente beslist of een persoon voldeed aan bepaalde voorwaarden en dan dus deel mocht hebben aan onze gemeenschap. Maar ik geloof nu dat dit niet op die manier de taak is van het Lichaam van Christus. Petrus had de sleutels van het Koninkrijk der hemelen. Dat is wat het is, namelijk het Koninkrijk der hemelen wat nabij gekomen was. Het gaat in vers 19 helemaal niet over de sleutels van het Lichaam van Christus waarvan Christus het Hoofd is. Ik heb dus helaas gezien wat de gevolgen zijn van het niet onderscheiden van de dingen die verschillen.

De Griekse woorden 'ge' en 'oikoumene'.

In het boek Openbaring wordt veel geschreven over 'de aarde'. Maar dan wordt er niet de gehele aarde bedoelt, hoewel dit wel zo lijkt. Het woord wat in de grondtekst voor aarde gebruikt wordt is 'ge'. Dat zelfde 'ge' wordt ook regelmatig vertaald door 'land'. Bijvoorbeeld het land 'ge' Israël. Wordt er nu in Openbaring, maar ook in andere Bijbelboeken, het land of de aarde bedoeld?

Opb.1: 7 Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen.

Als ik Openbaring 1: 7 bekijk dan gaat het over elk oog. Dat zouden alle mensen kunnen zijn. Maar degene die hem doorstoken hebben zijn de Joden. Zij wonen in het land Israël. Zij zullen rouwen over Christus die zij doorstoken hebben. Het woord voor aarde is hier in de grondtekst 'ge' en dat kan dus met land worden vertaald. Dus alle stammen, het zijn er twaalf, van het land Israël zullen rouw over Christus bedrijven zodra zij tot geloof en bekering zijn gekomen en begrepen hebben Wie zij hebben veroordeeld. Is dit eigenlijk niet logischer en ook nog Bijbels gefundeerd, dan dat alle stammen van de gehele aarde rouw over Christus zullen bedrijven? Neem ik dan Openbaring 7: 1-4 erbij dan zie ik dat het daar gaat over de verzegelden uit alle geslachten (geslachten en stammen is hetzelfde woord in de grondtekst) van Israël. Dus lijkt het duidelijk dat het over het land (ge) Israël gaat en niet over de aarde wat wel gesuggereerd wordt in de Bijbelvertaling.

Opb. 7: 1-4 1 Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde. Zij hielden de vier winden van de aarde tegen, opdat er geen wind zou waaien op de aarde, of op de zee of tegen enige boom. 2 En ik zag een andere engel opkomen van waar de zon opgaat, met het zegel van de levende God. En hij riep met luide stem tegen de vier engelen aan wie het gegeven was de aarde en de zee schade toe te brengen, 3 en zei: Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben. 4 En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten.

In Openbaring komt het veelgebruikte woordje 'ge' ook voor in combinatie met het woord 'oikoumene'. 'Oikoumene' wordt in de meeste Bijbels met wereld vertaald. Alleen de telos vertaling heeft het vertaald met aardrijk. Die vertaling geeft daarmee aan dat er geen 'kosmos' (wereld) in de grondtekst staat. Oikoumene betekend: bewoonde wereld, speciaal het toenmalige Romeinse rijk. In Openbaring was dat Romeinse rijk gevestigd in het midden oosten, dus het gebied waar de zeven gemeenten zich bevonden. Dat bevestigd mijn uitleg dat het in Openbaring niet over de gehele wereld (kosmos) gaat.

Openb.12: 9 En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld (oikoumene) misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde (ge)en zijn engelen werden met hem neergeworpen.

Openb.16: 14 Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde (ge) en van de hele wereld (oikoumene), om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God.

In Openbaring 12: 9 gaat het over de duivel die het toenmalige Romeinse rijk misleidt en wordt neergeworpen op het land. In Openbaring 16: 14 gaan de geesten van de demonen naar de koningen van de landen in het toenmalige Romeinse rijk om hen te verzamelen voor de oorlog. Dit alles heeft met de grote verdrukking te maken voordat Christus terug komt. Het zwaartepunt van de grote verdrukking ligt in het midden oosten waar zich toen het Romeinse rijk bevond, dus Azië. Dat is waar het boek Openbaring over schrijft zo lees ik op de site van Hoddenbach.

Naar mijn idee is het belangrijk om het boek Openbaring in zijn juiste context te lezen. Verkeerd vertaalde woorden zoals 'ge' en 'oikoumene' kunnen verwarring en een totaal verkeerd beeld geven van dit boek. Als ik op internet zoek naar uitleggingen over Openbaring kom ik de meeste verschillende uitleggingen tegen. Ik ga voor de uitleg die tekst met tekst vergelijkt en dicht bij de grondtekst blijft. Mijn beeld en begrip van het boek Openbaring is daardoor gegroeid.

voleinding der wereld (aion)

Matth.13: 39 39 De vijand die het gezaaid heeft, is de duivel; de oogst is de voleinding van de wereld en de maaiers zijn engelen.
Matth. 24: 3 3 Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?
Matth. 28: 20 20 En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.

In bovenstaande teksten lijkt het of er een einde aan de wereld gaat komen. Maar dat is niet wat er in de grondtekst staat. Er staat namelijk in de grondtekst 'aion'. Dit betekent eeuw. Hoe men er toe komt om hier 'aion' met wereld te vertalen. Ik weet het niet. Maar als men het met eeuw had vertaald dan geven deze teksten aan dat er een eind aan de eeuw komt. Dat houdt in dat een bepaalde periode op houd en er een nieuwe periode begint. Onze eeuwen bestaan uit 100 jaar. De eeuwen in de Bijbel zijn langer. 
Aion betekent: levensduur, leven, generatie, bepaalde tijd met bepaald karakter, eeuw.

De Bijbel spreekt in Lukas 18: 30 over de eeuw die komt en in Efeze 2: 7 over komende eeuwen. Er zullen minstens twee komende eeuwen zijn. De Bijbel geeft ze ook aan, namelijk de eeuw van het Koninkrijk en de eeuw van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Luk.18: 30 die niet het veelvoudige zal terugontvangen in deze tijd, en in de wereld (aion) die komt, het eeuwige leven. HSV
Luk.18:30 Die niet zal veelvoudig weder ontvangen in dezen tijd, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven. SV
Ef.2: 7 opdat Hij in de komende eeuwen de alles overtreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.

In Prediker 1: 10 gaat het over eeuwen die geweest zijn. Dat zijn er ook minstens twee. Prediker zelf bevind zich in de tegenwoordige eeuw. De eeuwen ervoor zijn de periode voor de schepping in Genesis 1:1 en de eeuw van de herschepping van Adam tot en met Noach. (Dit vergt een aparte studie die ik mogelijk nog eens maak)

Pred.1:10 Is er enig ding, waarvan men zou kunnen zeggen: Ziet dat, het is nieuw? Het is alreeds geweest in de eeuwen, die voor ons geweest zijn. SV

En in Galaten 1: 4, 1 Timotheüs 6:17, 2 Timotheüs 4: 10 en Titus 2: 12 lees ik over de tegenwoordige eeuw.

Gal.1:4 Die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons zou ontrukken aan de tegenwoordige slechte wereld (aion), overeenkomstig de wil van onze God en Vader.
1 Tim.6: 17 Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld (aion) dat zij niet hoogmoedig zijn, en hun hoop niet gevestigd houden op de onzekerheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten;
2 Tim.4:10 want Demas heeft mij verlaten, omdat hij de tegenwoordige wereld (aion) heeft liefgekregen.
Tit.2: 12 en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld (aion) bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven,

Wat opvalt is dat in de teksten die gaan over de voleinding der eeuw en de tegenwoordige eeuw , het woord 'aion' vertaald is door wereld. Maar de teksten die gaan over de komende eeuw en de eeuwen die reeds voor ons geweest zijn heeft men wel vertaald met eeuw. Hoewel de HSV in Lukas 18: 30 toch spreekt over de 'wereld' die komt, maar Efeze 2:7 'aion' wel heeft vertaald met eeuwen. Mogelijk heeft de vertaling van 'eeuw' in wereld te maken met de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die ons beloofd wordt in Jesaja 65: 17 en 66: 22, 2 Petrus 3:13 en in Openbaring 21:1. Maar het woord wat in de grondtekst, in Petrus en Openbaring, staat voor aarde is 'ge' en dat betekend land zoals ik hier boven heb uitgelegd. Datzelfde geld voor Jesaja waar voor aarde in de grondtekst 'erets' staat wat ook land, grond, betekend. Er komt dus nieuw land. Dat is begrijpelijk want er is tijdens de grote verdrukking veel schade toegebracht aan het land. En er komt een nieuwe hemel. En ook dat is logisch, want satan heeft de hemel verontreinigd met zijn aanwezigheid. In Openbaring 12: 7 - 9 lees ik dat satan met zijn engelen vanuit de hemel op aarde wordt geworpen.

Conclusie.

Het is al met al nogal ingewikkeld en verwarrend. En de goedgelovige gelovige gelooft het wel, zoals ik dat in het verleden heb gedaan. Totdat ik aan mezelf toegaf dat ik een heleboel dingen niet begreep. Uitleggingen klopten niet met de teksten. Teksten klopten niet met elkaar. Toen ik op onderzoek uit ging werd ik gegrepen door de behoefte om het Woord van God te verstaan. Ook ontdekte ik leraars die dezelfde strijd hadden gehad. Van hen heb ik veel mogen leren.

Bronnen die ik geraadpleegd heb zijn: 
De "Vers voor Vers serie" geschreven door Hoite Slagter.
De Brochure reeks op de site van "Levend Water". 


Geen opmerkingen: