Welkom op mijn blog.

Welkom op mijn blog. In 2014 ben ik begonnen met bloggen. Het maken van Bijbelstudies is voor mij belangrijk. Alleen horen en lezen beklijft niet. Het begrijpen gaat het beste door in het onderwerp te duiken en het op te schrijven. Ik besloot om het bestudeerde niet voor mezelf te houden maar te delen. De studies staan allemaal rechts op dit blog. Ze gaan over Bijbelse onderwerpen die mij aanspreken.

Verder probeer ik elke maand een blog te plaatsen. Zo'n stukje schrijf ik in eerste instantie voor het blad van de kerkelijke gemeenschap waar ik neer toe ga. Als het daar is verschenen deel ik het hier. Zo vang ik twee vliegen in één klap. De onderwerpen zijn uit Gods Woord, tijdschriften of gaan over persoonlijke gebeurtenissen en ervaringen. Ik nodig je uit om rond te snuffelen in mijn studies en je voordeel er mee te doen. Je mag ze gerust kopiëren of delen maar dan wel graag met vermelding van de bron. Succes met studeren. Het staat je vrij om te reageren.


Studie: "Openbaring 5"

Openbaring 5.

Deze studie is een vervolg op Openbaring 1Openbaring 2Openbaring 3 en Openbaring 4

In deze studie wil ik het boek Openbaring onderzoeken. Het centrale thema van het boek is 'de grote verdrukking' of ook wel 'de dag des Heeren'; zie Openbaring 1: 10.

Ik ga tekst met tekst vergelijken en hoop er zo een beetje inzicht in te krijgen.
Van de 404 verzen zijn er 285 welke terug te vinden zijn in het Oude Testament. Ook zijn er regelmatig teksten uit de evangeliën in toepasbaar. Zo zie ik dat het Oude Testament, de evangeliën en Openbaring met elkaar verbonden zijn. De profetie wordt vervuld in de Openbaring van Jezus Christus.

In Openbaring staat het volk Israël centraal, maar ook de 'oikoumene' wat in de de grondtekst vertaald door 'bewoonde-wereld'. 'Oikoumene' komt 3 keer voor in Openbaring en wel in Openbaring 3: 10 / 12: 9 en 16: 14. In de Statenvertaling vertaald men het met 'de gehele wereld'. Toch gaat hier om een select gebied, de toenmalige bewoonde wereld, namelijk het oude Romeinse rijk. Dat bestond uit landen rond de Middellandse zee. Dat zijn de landen waarover het ook meestal in het Oude Testament ging en waar Paulus zijn zendingsreizen naar toe heeft gemaakt. Ik geloof dat de verzoeking, de grote verdrukkingzie mijn studie “De toekomst van de mens” deel 4 paragraaf 9.2, zich met name in dat gebied zal voltrekken. Mogelijk zal wel de wereld (kosmos; komt 3 keer voor in: Openbaring 11: 15 / 13: 8 en 17: 8) er zijn invloed van ondervinden.

Het woordje 'aarde' komt 66 keer voor in Openbaring. Aarde is in de grondtekst 'gês'. En dat betekent: land. Vaak geeft men er de betekenis aan van de gehele aarde, alle landen. Het is erg verwarrend als er aarde staat, maar een land wordt bedoeld, met name het land Israël. 

De naam 'Johannes' is de Griekse vorm van het Hebreeuwse 'Jochanan'. Het betekent: De HERE is genadig.
Johannes heeft iets gezien en moet dit opschrijven. Voor Johannes is dit verleden tijd en daarom is het boek Openbaring in de verleden tijd geschreven. Maar ik geloof dat hetgeen Johannes heeft gezien toekomst is. Het is profetie; Openbaring 22: 19. Daarom schrijf ik mijn commentaar zoveel mogelijk in de onvoltooide tegenwoordige toekomende tijd: Het zal gebeuren.

Ik werk vanuit de Herziene Staten Vertaling, mist anders aangegeven. Ik maak gebruik van de grondtekstOok vervang of vul ik regelmatig stukje aan. Ik ga er niet vanuit dat deze studie volmaakt is.

Ik gebruik kleurtjes. Voor de teksten uit Openbaring gebruik ik een lichtblauwe kleur. Voor teksten die Openbaring aanvullen gebruik ik de kleur oranje. De aanhalingen en woorden uit de grondtekst kleur ik groen. Aanhalingen uit andere artikelen zijn lichtgeel. De blik in de hemel is blauw. De blik op de aarde is groen. Het kan zijn dat ik nog meer kleuren heb gebruikt, maar dat is vanzelf te zien. Het principe van de kleuren zal nu duidelijk zijn.

Voor een goed begrip van Openbaring 5 is het handig om eerst Openbaring 4 te lezen.

In Openbaring 4 – 20 kom ik 7 keer een afgewisselde blik tegen in de hemel en op aarde, te beginnen bij:

1e Blik in de hemel in hoofdstuk 4 en 5
Hier gaat het over de troon, een boekrol, het Lam, de vier dieren en alle schepsel.
1e Blik op de aarde in Openbaring 6: 1 – 7: 8
2e Blik in de hemel in Openbaring 7: 9 – 8: 6
2e Blik op de aarde in Openbaring 8: 7 – 11: 14
3e Blik in de hemel in Openbaring 11: 15 – 19a
3e Blik op de aarde in Openbaring 11: 19b
4e Blik in de hemel in Openbaring 12: 1 – 12
4e Blik op de aarde in Openbaring 12: 13 – 13: 18
5e Blik in de hemel in Openbaring 14: 1 – 5
5e Blik op de aarde in Openbaring 14: 6 – 20
6e Blik in de hemel in Openbaring 15: 1 – 8
6e Blik op de aarde in Openbaring 16: 1 – 18: 24
7e Blik in de hemel in Openbaring 19: 1 – 16
7e Blik op de aarde in Openbaring 19: 17 – 20: 15

De bronnen voor deze studie zijn: 
Het boek “Deze profetie” van de schrijver C.H. Welch 
De gesproken studies van S. de Graaf.
Een artikel op de site "Amen" uit de serie "Openbaring in vogelvlucht
"Openbaring in vogelvlucht" deel 4 is ondertussen ook gepubliceerd.  

1 En ik zag in de rechterhand van Hem Die op de troon zat, een boekrol, van binnen en van buiten beschreven, verzegeld met zeven zegel. 

Ik zag komt 36 keer voor in Openbaring. In de grondtekst staat 'ik-nam-waar'. Het lijkt erop dat Johannes ook werkelijk ziet wat hij beschrijft en waarneemt. Zie Openbaring 1: 19 en 4: 1. Johannes ziet vier keer 'iets' in dit hoofdstuk namelijk in vers 1, 2, 6 en 11.

De uitdrukkingen 'en ik zag' of 'wat u hebt gezien' en 'hierna zag ik' komen in mijn online Bijbel in Openbaring ongeveer 50 keer voor en 30 keer in het Oude Testament. Wel bijzonder dat het niet in de evangeliën, Handelingen (slechts 1 keer in Handelingen 26: 16)  en de brieven van de apostelen voorkomt. Blijkbaar is 'iets zien' alleen bedoeld voor het Oude Testament en voor de toekomst. Dit mag een waarschuwing zijn voor onze tijd waarin men meent ook beelden en visioenen te moeten zien.

Rechterhand. 'Hand' staat niet in de grondtekst. Maar dat maakt mogelijk niet uit voor de betekenis. De boekrol bevindt zich rechts. Rechts is blijkbaar de belangrijkste kant want ik lees in Psalm 110: 1 en Efeze 1: 20 en 21 dat ook Christus aan de rechterhand of kant van De Heere, dat is Jehova zit:

Ps.110: 1 Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten.
Ef.1: 20, 21 20 die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten, 21 ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende.

In Efeze zit Christus rechts van God nadat Hij door God uit de doden is opgewekt. Het speelt zich af in de hemelse gewesten ver boven alles uit. Hemelse gewesten is in de grondtekst 'epouranios' en het betekent: boven hemel. Wat Johannes hier ziet speelt zich af in de hemel 'ouranos' wat hemel betekent, zie vers 3. Ik zou kunnen zeggen dat deze troon een etage lager staat. In Openbaring 4: 2 ben ik deze troon al tegengekomen. Zie het commentaar bij dat vers.

Hem Die op de troon zat. Het moet hier God zijn die op de troon zit, want in vers 7 lees ik dat Het Lam de boekrol uit de hand neemt van Hem Die op de troon zit. Uiteindelijk zijn God en Christus één zoals ik ook al heb vastgesteld in Openbaring 4: 10: Johannes 10: 30 Ik en de Vader zijn één.

Een boekrol van binnen en van buiten beschreven. Een totaal beschreven boekrol. Ik lees in: Ezechiël 2: 9, 10 9 Toen zag ik, en zie, er was een hand naar mij uitgestoken. En zie, daarin was een boekrol. 10 En Hij spreidde die voor mijn gezicht uit: hij was van voren en van achteren beschreven. Er waren klaagliederen, zuchten en weeklachten op geschreven.

Verzegeld met zegels. In Daniël 12: 4 is er sprake van een verzegeling van een boek tot de tijd van het einde, welke in Openbaring lijkt te zijn aangebroken. Daniël 12: 4 Maar u, Daniël, houd deze woorden geheim en verzegel dit boek tot de tijd van het einde. Velen zullen het onderzoeken en de kennis zal toenemen.

Zeven is getal wat meerdere keren voor meerdere zaken in Openbaring voorkomt. Ik lees over zeven Gemeenten, Geesten, kandelaren, sterren, vurige lampen, ogen, hoornen, engelen, bazuinen, donderslagen, zevenduizend namen, hoofden, hoeden, plagen, gouden fiolen, bergen, koningen en hier dan zeven zegelen. De eerste keer dat 'zeven' in de Bijbel voorkomt is in Genesis 2: 2 waar God rust van het herscheppen en het scheppingswerk.

In het boek “Getallen in de Bijbel geschreven door E.W. Bullinger lees ik op bladzijde 176 dat het getal 7 te maken heeft met 'vol, voldaan zijn' of 'genoeg hebben'. Het geeft aan dat iets vol, volledig, goed en volmaakt is, zoals de schepping. 'Rusten, pauzeren en ophouden' zijn hier vanaf geleid. Exodus 20: 10 maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen,

2 En ik zag een sterke engel, die met luide stem uitriep: Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken?
3 Maar er was niemand in de hemel en ook niet op de aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen of hem inzien

En ik zag. Zie vers 1. 

Johannes zag een sterke engelIn de grondtekst staat 'sterke boodschapper'. De boodschapper is sterk omdat hij met luide stem spreekt, lees ik in de Kanttekeningen van de Statenvertaling. 'Sterke engel ' komt 2 keer voor in Openbaring. Hier en in: 
Openbaring 10: 1 En ik zag een andere sterke Engel uit de hemel afdalen. Hij was bekleed met een wolk en boven Zijn hoofd was een regenboog. Zijn gezicht was als de zon, en Zijn voeten waren als zuilen van vuur.

Luide stem. Luide stem is in de grondtekst 'megalê phônê'. Dit betekent: 'groot geluid'. In de Staten Vertaling staat 'grote stem'. In Deuteronomium 5: 22 heeft Jahweh met grote stem de verordeningen en bepalingen aan Mozes verteld. Mozes geeft dit door aan het volk Israël in de verzen 6 – 22. De Here Jezus sprak ook regelmatig met een luide stem, o.a. in Mattheus 26: 47 en 50, Markus 15: 34 en 37. Verder komt het 20 keer voor in het boek Openbaring. In Openbaring 1: 10 is het een geluid als van een bazuin.

Deze luide stem riep: Wie is het waard de boekrol te openen? In vers 3 lees ik dat er vooralsnog niemand capabel lijkt te zijn om de boekrol te openen. Niemand op aarde of onder de aarde, geen levend of gestorven mens dus, ja zelfs niet in de hemel kon het doen. Hieruit maak ik op dat zelfs al is een gelovige geheiligd, gereinigd en gerechtvaardigd door het bloed van het Lam, en opgestaan uit de dood, hij of zij niet gereed is om dit bijzondere werk te doen. Dat is begrijpelijk want met het openen van de zegels begint het oordeel van God over deze wereld. En dat moment van oordeel wordt alleen bepaald door God:
Mattheus 24: 36 Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader.

En zijn zegels te verbreken? In vers 6 lees ik dat het Lam waardig, capabel is om de zegels te verbreken. In Openbaring 6 worden de eerste zes zegels geopend. Dat is tijdens de 1e blik op aarde. Het 7e zegel wordt geopende aan het begin van de 2e blik in de hemel.

4 En ik huilde erg, omdat er niemand werd gevonden die het waard was die boekrol te openen, te lezen of in te zien.

En ik huilde erg. Johannes lijkt hier te huilen omdat niemand de zegels kan openen zodat de boekrol gelezen kan worden. Johannes zal Daniël 12: 4 kennen waar de boekrol verzegeld werd tot de eindtijd. Dat einde is hier zo dichtbij en nu zouden de zegels nog niet geopend kunnen worden. Niemand werd waardig bevonden. Mogelijk beseft Johannes hoe de mensen alles verknoeit hebben. Het lijkt er op dat hij ook even kwijt is wat de Here Jezus gedaan heeft en welke overwinningskracht Hij heeft. Maar gelukkig wordt hij in de volgende verzen gewezen op Christus als Leeuw en Lam. Johannes zou ook kunnen huilen omdat hij weet welke gevolgen het heeft als de zegels geopend worden, namelijk oordelen.

5 En een van de ouderlingen zei tegen mij: Huil niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken.

De Leeuw. Ik kan wel begrijpen dat de ouderling meent dat de Leeuw de boekrol kan openen en de zegels kan verbreken. De Leeuw ziet er sterk uit en kan het heft in handen nemen. Dat is ook wat de Joden verwacht hadden tijdens de intocht in Jeruzalem, beschreven in de evangeliën, zoals in Johannes 12: 12 – 19. Ze wilden een Koning, vers 13, die de vijand zou verslaan. Maar de Here Jezus moest, als Lam, eerst lijden, sterven en opstaan. Daarna had Hij pas overwonnen. Dus Christus als beeld van een Leeuw zal de zegels niet openen.

Die uit de stam van Juda is. Als ik het geslachtsregister lees van Christus in Mattheus 1: 1 - 16 en Lukas 3: 23 - 38 dan zit Juda in die geslachtslijn.
Juda is de 4e zoon van Lea. Als ik de zegen van Jacob aan Juda lees in Genesis 49 dan begrijp ik waarom Christus een Leeuw genoemd wordt:

Genesis 49: 8 - 10 8 Juda, jij bent het, jou zullen je broers loven! Je hand zal rusten op de nek van je vijanden; voor jou zullen de zonen van je vader zich neerbuigen. 9 Juda is een leeuwenwelp; van je prooi ben je opgestaan, mijn zoon. Hij heeft zich gekromd, zich als een leeuw neergelegd, als een leeuwin; wie zal hem doen opstaan? 10 De scepter zal van Juda niet wijken en evenmin de heersersstaf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Hem zullen de volken gehoorzamen.

Mattheus 2: 6 En u, Bethlehem, land van Juda, bent beslist niet de minste onder de vorsten van Juda, want uit u zal de Leidsman voortkomen Die Mijn volk Israël weiden zal.
Hebreeën 7: 14 Het is immers overduidelijk dat onze Heere van Juda afstamt, over welke stam Mozes niets gezegd heeft in verband met het priesterschap.

De Wortel van David. Christus is geboren uit het geslacht van David waaruit ook Juda is geboren. Ik lees in: Ruth 4: 22 Obed verwekte Isaï, en Isaï verwekte David. Romeinen 15: 12 En verder zegt Jesaja: De wortel van Isaï zal er zijn en Hij Die opstaat om heerschappij te voeren over de heidenen, op Hem zullen de heidenen hopen.

6 En ik zag, en zie: te midden van de troon en van de vier dieren en te midden van de ouderlingen stond een Lam als geslacht, met zeven horens en zeven ogen. Dat zijn de zeven Geesten van God, die uitgezonden zijn over heel de aarde.
7 En Het kwam, en heeft de boekrol genomen uit de rechterhand van Hem Die op de troon zat.

En ik zag en zie. In de grondtekst staat: En ik-nam-waar en neem-waar. Zie ook vers 1.

Vier dieren. Zie Openbaring 4: 6 – 9. Het woord 'dieren' en levenden heeft in het Oude Testament hetzelfde Hebreeuwse woord namelijk 'chay'. Dit betekent: Leven, beest .
'Dieren 'is in het Grieks 'zoon'. Het betekent: Levend beest
'Levenden' is in het Grieks 'zoa'. Het betekent: Leven.

In het Nieuwe Testament is er verschil in deze beide woorden alhoewel 'zoon' afstamt van 'zoa'. In dit vers staat 'zoa'. Het gaat dus om levende wezens. Mogelijk cherubs en serafs zoals in de volgende verzen duidelijk wordt.
Ik zie in Ezechiël 1 en 10: 14 een gelijkenis met deze vier wezens. Alleen in Ezechiël 10: 14 is het rund vervangen door een cherub.

Ezechiël 1: 10, 18b, 26 10 Hun gezicht leek op het gezicht van een mens, bij alle vier van rechts op de kop van een leeuw, bij alle vier van links op de kop van een rund, en alle vier hadden zij de kop van een arend. 18b Verder zaten hun velgen rondom vol ogen, bij alle vier. 26 En boven het gewelf dat boven hun hoofden was, was iets met het uiterlijk van een saffiersteen, iets wat leek op een troon. En daarboven, op wat op een troon leek, was iets wat leek op een mens.

Ezechiël 10: 14 Iedere cherub had vier gezichten: het eerste gezicht was het gezicht van een cherub, het tweede gezicht het gezicht van een mens, het derde de kop van een leeuw, en het vierde de kop van een arend.

Op de site “Eindtijd in beeld”  vond ik een schema waarin deze wezens in beeld zijn gebracht. Daarin zijn ook de evangeliën meegenomen waarin Christus op vier manieren wordt beschreven. Ik vind het interessant.

4 dieren
Ez.1:10
Ez.10:14
Opb.4:7
Ex.26:1
Evangelie
Hoeken der aarde
Uitbeelding van Chr.
Leeuw
leeuw
leeuw
leeuw
Blauw
Mattheüs
Oost
Koning
Rund
os
cherub
kalf
Purper
Markus
Zuid
Dienstknecht
Mens
mens
mens
mens
Scharlaken
Lukas
West
Zoon des mensen
Arend
arend
arend
arend
Wit
Johannes
Noord
Zoon van God


De ouderlingen. Ik geloof dat de ouderlingen een beeld zijn van de 12 aartsvaders en de 12 apostelen van Israël. Zie Openbaring 4: 4 en 10. Deze ouderlingen komen verder voor in vers 14, Openbaring 11: 16 en 19: 4.
In 1 Kronieken 24: 3 – 18 lees ik over 24 ambtsgroepen: 

1 Kron. 24: 19 Dit zijn hun ambtsgroepen voor hun dienstwerk om het huis van de HEERE binnen te gaan, overeenkomstig de bepaling door de hand van hun vader Aäron, zoals de HEERE, de God van Israël, hem geboden had.
In 1 Kronieken 25: 1 – 31 lees ik over 24 profeten en in 1 Kronieken 26: 17 – 19 over 24 poortwachters. De aardse tempel is een beeld van het hemelse.

Een Lam als geslacht. Het Lam komt 13 keer voor in Openbaring, waarvan 4 keer in dit hoofdstuk. Christus, voorgesteld als Het geslachte Lam, kan de boekrol openen. De manier waarop alles beschreven is zal vast een betekenis hebben. In het boek “Deze Profetie” van C.H. Welch las ik dat God het zwakke uitkiest om te verheerlijken en om te laten overwinnen. Dat klinkt mij bekend in de oren want Paulus zegt in:
2 Korinthe 12: 10 Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.
Ik moet ook denken aan de bekende teksten uit het Johannes evangelie:
Joh.1: 29, 36 29 De volgende dag zag Johannes Jezus naar zich toe komen en hij zei: Zie het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt! 36 En toen hij Jezus zag lopen, zei hij: Zie, het Lam van God!

Met zeven horens. Het zwakke Lam is nu niet meer weerloos. Deze horens beelden volmaakte kracht, macht en het koningschap uit: Mattheus 28: 18 En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

En zeven ogen. Ik lees in: Zacharia 4: 10 Die zeven zijn de ogen van de HEERE, die over heel de aarde trekken.

Die zeven ogen zijn de zeven Geesten van God, die uitgezonden zijn over heel de aarde. Zie ook Openbaring 1: 4. Geest betekent: leven, wind, lucht, adem, blazen, engel of demon, goddelijk, de geest van Christus, de Heilige Geest.
Mogelijk gaat het in Openbaring 1: 4 over engelen want ik lees in Psalm 104: 4 en in Hebreeën 1: 7 dat God Zijn engelen maakt tot geesten. Hebr.1: 7 En van de engelen zegt Hij weliswaar: Die Zijn engelen maakt tot geesten,
Er zijn 'goede' en 'boze' geesten, engelen; Daniël 10: 5 – 13, 20 en 21. Ik neem aan dat het hier om 'goede' engelen gaat omdat zij zich bevinden voor de troon van Christus.

Maar het kan ook over de geesten van God, de Heilige Geest, gaan zo lees ik in: Openbaring 4: 5 En uit de troon kwamen bliksemstralen, donderslagen en stemmen. En er stonden zeven vurige fakkels te branden vóór de troon. Dit zijn de zeven Geesten van God.

Het krachtige geslachte Lam, die alles ziet en weet met Zijn zeven ogen en geesten heeft de boekrol genomen uit de rechterhand van Hem Die op de troon zat. Zie vers 1.

8 En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen.

De vier dieren en vierentwintig ouderlingen (zie vers 6) wierpen zich voor Het Lam neer. Zie ook Openbaring 1: 17 waar Johannes als dood neervalt aan de voeten van Christus. Bij Johannes en ook bij Daniël lijkt het meer dat zij overweldigd worden door wat zij zien en daardoor niet op de benen kunnen blijven staan. Bij deze ouderlingen meen ik te zien dat zij zich uit bewuste aanbiddende keuze neer werpen. 

Ze gebruiken daarbij een muziekinstrument, namelijk een citerIn de grondtekst staat 'kitharan'. Dit wordt vertaald met 'harp'. In de Kanttekeningen bij de Staten Vertaling lees ik dat een harp en een citer mogelijk dezelfde instrumenten zijn. Sebastiaan de Graaf legt in zijn studie uit dat het gaat om een 'lier', die er ongeveer zo uit ziet als op het plaatje. 

En gouden schalen vol reukwerk. In het Oude Testament komt het reukwerk voor in 17 teksten, waarvan 13 keer in Numeri. In Exodus 30 vind ik de bedoeling van het reukwerk. Het is voor de HEERE: Ex.30: 34 - 37 34 Verder zei de HEERE tegen Mozes: Neem voor uzelf geurige specerijen: druipende hars, onyx en galbanum, dus geurige specerijen, en zuivere wierook. Dit alles moet in gelijke hoeveelheden zijn. 35 Dan moet u daar reukwerk van maken, een mengsel, werk van een zalfbereider, met zout gemengd, zuiver en heilig. 36 Vervolgens moet u een deel daarvan tot heel fijn poeder wrijven en een deel daarvan voor de getuigenis in de tent van ontmoeting leggen, waar Ik u ontmoeten zal. Het moet allerheiligst voor u zijn. 37 En wat het reukwerk betreft dat u maakt, mag u niets voor uzelf maken volgens de bereidingswijze van dit reukwerk. Het moet u heilig zijn, voor de HEERE.

De gebeden van de heiligen. Verder vind ik het reukwerk en de gebeden van de heiligen in Openbaring 8: 3 en 4 waar het ook speciaal voor God is. Ik krijg in deze verzen de indruk dat de gebeden tevens een reukwerk voor God zijn. Ook in 1 Petrus 3: 12, Romeinen 10: 1 en 1 Timotheüs 4: 4 en 5 meen ik iets te proeven van dit reukwerk voor God.

Openb.8: 3, 4 3 En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen. 4 En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God.

1 Petrus 3: 12 Want de ogen van de Heere rusten op de rechtvaardigen, en Zijn oren zijn gericht op hun gebed;
Romeinen 10: 1 Broeders, de oprechte wens van mijn hart en mijn gebed tot God voor Israël is gericht op hun zaligheid.
1 Timotheüs 4: 4, 5 4 Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. 5 Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.

9 En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie.

En zij zongen een nieuw lied. Dit is het eerste nieuwe lied waar ik van lees in het Nieuwe Testament. De blijdschap in de hemel is groot nu duidelijk wordt dat het Lam de zegels kan openen. Het stimuleert de 4 dieren en de 24 ouderlingen om een nieuw lied te zingen, waarin ze de reden noemen van hun blijdschap namelijk: U bent het waard de boekrol te nemen en zijn zegels te openen. En over de reden waarom Christus het waard is zingen zij: Want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie

Vaak denkt men bij 'ons' aan gelovigen over de gehele wereld. Maar aangezien het boek Openbaring speciaal is geschreven voor het volk Israël lees ik in deze opdracht dat de Israëlieten gekocht zijn uit elke stam, taal, volk en natie. Dat is eigenlijk wel logisch want zij zijn verstrooid over de gehele wereld. Ook in vers 10 zie ik de bevestiging dat het om Israëlieten gaat.

Nieuwe liederen in het Oude testament zijn onder anderen:
Jesaja 42: 10 Zing voor de HEERE een nieuw lied, Zijn lof vanaf het einde der aarde, u die de zee en al wat daarin is, bevaart, u, eilanden en wie daarop wonen.
Psalm 33: 1 - 4 1 Zing vrolijk in de HEERE, rechtvaardigen! Een lofzang past de oprechten. 2 Loof de HEERE met de harp, zing psalmen voor Hem met de harp en de tiensnarige luit. 3 Zing voor Hem een nieuw lied, speel welluidend met vrolijke klanken. 4 Want het woord van de HEERE is recht en al Zijn werk betrouwbaar.
Psalm 144: 9, 13c 9 O God, ik zal een nieuw lied voor U zingen, met de luit en het tiensnarig instrument zal ik psalmen voor U zingen. 13c Hij zal Zijn vijanden overweldigen.

Ook in vers 1 van Psalm 96 en 98 wordt een oproep gedaan om een nieuw lied te zingen. Dat nieuwe lied is te lezen in Psalm 97 en 99 en bezingt de Heere als Koning. Maar voordat de Heere Koning kan zijn moeten eerst de zegels geopend worden. Het openen van de zegels heeft gevolgen. Het zal ellende voortbrengen. De vijanden van God moeten verslagen worden. Die vijanden zijn in de eerste plaats tegenstanders van God. En als ik daaraan denk dan kom ik terecht bij satan en zijn demonen. Dat zij overwonnen worden klinkt in mijn oren ook als een nieuw lied. Want wat een vreselijke dingen veroorzaken deze demonen. Ik hoef alleen maar naar het journaal te kijken en ik heb weer voldoende narigheid gezien en gehoord.

De zegels moeten geopend worden om satan te verslaan. Dat is nodig om het bezit van de aarde terug te brengen bij Degene die het waard is. Toen God Adam schiep zei Hij in: Genesis 1: 28 En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!

De heerschappij over de aarde lag in handen van mensen. Maar zij hebben gefaald en zich laten verleiden door satan. Zodoende ligt de heerschappij van de schepping nu in zijn handen: Romeinen 8: 20 Want de schepping is aan de zinloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar daaraan onderworpen heeft,
Efeze 2: 2 waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht,
Efeze 6: 12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
1 Johannes 5: 19 Wij weten dat wij uit God zijn en dat de hele wereld in het boze ligt.

Met de verzoeking in de woestijn biedt de duivel de koninkrijken aan aan de Here Jezus als Hij voor hem knielt. Hier gaat de Here Jezus niet op in.
Mattheus 4: 8 - 10 8 Opnieuw nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg, en hij liet Hem al de koninkrijken van de wereld zien, met hun heerlijkheid, 9 en zei tegen Hem: Dit alles zal ik U geven, als U knielt en mij aanbidt. 10 Toen zei Jezus tegen hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen.

In Daniël 12: 4 was het nog niet de tijd om de satan te verslaan en werd de boekrol verzegeld. Maar hier in Openbaring heeft Christus, als Lam, de overwinning behaald en krijgt Hij het bezit over de aarde terug en zal Hij Koning worden. De schepping ligt in handen van satan en moet verlost worden voordat Christus als de wettige erfgenaam kan gaan heersen. Dit zorgt voor oorlog die wordt beschreven in de zeven zegels, bazuinen en schalen. Van deze oorlog lees ik ook in Openbaring 12:7 – 12 waar dan tevens de overwinning van de broeders over satan beschreven wordt:

Openb.12: 7 – 12 7 Toen brak er oorlog uit in de hemel: Michaël en zijn engelen voerden oorlog tegen de draak, ook de draak en zijn engelen voerden oorlog. 8 Maar zij waren niet sterk genoeg, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. 9 En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen. 10 En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is gekomen de zaligheid, de kracht en het koninkrijk van onze God en de macht van Zijn Christus, want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen. 11 En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood. 12 Daarom, verblijd u, hemelen, en u die daarin woont! Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft.

De volkomen overwinning over satan lees ik in: Openbaring 20: 10 En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid.

10 En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde.

Ons. Wie zijn die 'ons'? Vaak wordt dit betrokken op de hedendaagse gelovigen van het Lichaam van Christus. Die worden gezien als koningen en priesters. Maar die uitleg klopt niet. Dit koninklijk priesterschap is geen roeping voor de gelovige heidenen uit de volkeren. In Exodus 19: 6 wordt duidelijke geschreven dat de Israëlieten een heilig volk en een koninkrijk van priesters zullen zijn. 

Dit wordt bevestigd door 1 Petrus 1: 1 waar geschreven wordt aan de vreemdelingen in de verstrooiing o.a. in Asia. Het enige verstrooide volk waar Gods Woord over schrijft is het volk Israël. In 1 Petrus 1: 2 worden zij de uitverkorenen genoemd en zijn ze besprenkeld met het bloed van Christus. In 1 Petrus 2: 9 lees ik over dit volk als een een heilig volk, een koninklijk priesterschap. Zo ook in Openbaring 1: 6 en 20: 6.

Ex.19: 6 U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden die u tot de Israëlieten moet spreken.
1 Petrus 1: 1, 2 1 Petrus, een apostel van Jezus Christus, aan de vreemdelingen in de verstrooiing in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bithynië, 2 uitverkoren overeenkomstig de voorkennis van God de Vader, door de heiliging van de Geest, tot gehoorzaamheid en besprenkeling met het bloed van Jezus Christus: moge genade en vrede voor u vermeerderd worden.
1 Petrus 2: 9 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht,
Openb.1: 6 en Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.
Openb.20: 6 Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.

In het boek Openbaring is het zover dat de dan levende Israëlieten zich bekeren en tot geloof komen. Daardoor kan eindelijk de vervulling van de belofte plaatsvinden, maar nu onder het Nieuwe Verbond. De uitverkorenen zullen als koningen en priesters regeren in Israël, het beloofde land.  

Zij zullen als koningen regeren over de aarde. Aarde is in de grondtekst 'ge' en het betekent: land
Het gaat hier over het land wat God al aan Abraham belooft had in Genesis 13: 15 en Genesis 15: 18.
Gen.13: 14, 15 14 En de HEERE zei tegen Abram,...Sla toch uw ogen op en kijk vanaf de plaats waar u bent, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. 15 Want al het land dat u ziet, zal Ik voor eeuwig aan u en uw nageslacht geven.
Gen.15: 18 Op die dag sloot de HEERE een verbond met Abram, en zei: Aan uw nageslacht heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat:

11 En ik zag, en hoorde een geluid van vele engelen rondom de troon, van de dieren en van de ouderlingen. En hun aantal bedroeg tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen.

En ik zag. Zie vers 1. 
Johannes zag tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen. Dat zijn heel veel engelen. Dat zijn miljoenen (duizenden duizendtallen) en zelfs over honderden miljoenen (tienduizenden tienduizendtallen) engelen.

In Daniël 7: 10, Mattheus 26: 53 en Judas 14 lees ik ook over grote aantallen heiligen en engelen.
Daniël 7: 9a, 10 9a Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette. 10 Een rivier van vuur stroomde en ging voor Zijn aangezicht uit. Duizendmaal duizenden dienden Hem en tienduizendmaal tienduizenden stonden voor Zijn aangezicht. Het gerechtshof hield zitting en de boeken werden geopend.
Mattheus 26: 53 Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking stellen?
Judas: 14, 15a 14 Ook over hen heeft Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd, toen hij zei: Zie, de Heere is gekomen met Zijn tienduizenden heiligen, 15a om over allen het oordeel te vellen,

12 En zij zeiden met luide stem: Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging.

De vele engelen prijzen het Lam een met luide stem. In de grondtekst staat: met grote stem. Zie vers 2.
Het Lam Dat geslacht is, is het waard. Zie vers 9. Hier is het Lam het waard om kracht, rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging te ontvangen. 

Het zijn zeven zegeningen die de engelen Het Lam toe roepen. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat bij Christus deze zegeningen altijd aanwezig zijn geweest. Maar Hij heeft deze zegeningen niet altijd gebruikt. Christus kwam als mens in zwakheid naar deze aarde. Hij bezat wijsheid van God. Christus was rijk maar heeft in armoede geleefd. Hij was sterk en in die kracht heeft heeft Hij Zich laten kruisigen. De kracht van Christus zal vooral zichtbaar worden tijdens Zijn regering in het Koninkrijk wat op aarde opgericht zal worden. Ik lees in:
Lukas 6: 19 En heel de menigte probeerde Hem aan te raken, want er ging kracht van Hem uit, en Hij genas ze allen.
Mattheus 24: 30 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid.
1 Korinthe 1: 24 Maar voor hen die geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, prediken wij Christus, de kracht van God en de wijsheid van God.
2 Korinthe 13: 4 Want hoewel Hij gekruisigd is door zwakheid, leeft Hij toch door de kracht van God. Ook wij zijn immers zwak in Hem, maar zullen ten opzichte van u leven met Hem, door de kracht van God.
Filip.3: 10 opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word,

Dankzegging. In de grondtekst staat 'eulogian'. Het betekent: zegen, welzeggen. Christus alleen is waardig om geprezen te worden.

13 En elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid.

Tenslotte voegt elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is zich bij deze lofprijs. Zie tevens vers 3 waar deze groepen ook voor komen. In Filippenzen lees ik ongeveer hetzelfde:
Filip.9 - 11 9 Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, 10 opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, 11 en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.

Degene die onder de aarde zijn, in het dodenrijk, zullen ook deelnemen aan deze lofprijs. Dit betekent dat zij zijn opgestaan, want in het dodenrijk zelf is geen gedachtenis lees ik in Psalm 6: 5, laat staan lofprijs.

Deze lofprijs zal in de toekomst vaak klinken. En terecht gezien het resultaat in: Openbaring 21: 22 - 26 22 Ik zag geen tempel in haar, want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam. 23 En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp. 24 En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin. 25 En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn. 26 En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen.

Hem Die op de troon zit, zie vers 1.

En aan het Lam zij de dankzegging, de eer: In Openbaring 7: 9 - 12 lees ik over een grote menigte die samen met de engelen, de ouderlingen en de 4 dieren God aanbidden met dezelfde woorden.
Openb.7: 9 - 12 9 Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. 10 En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam! 11 En alle engelen stonden rondom de troon, de ouderlingen en de vier dieren. Zij wierpen zich vóór de troon neer met hun gezicht ter aarde en aanbaden God, 12 en zeiden: Amen. De lofprijzing, de heerlijkheid, de wijsheid, de dankzegging, de eer, de kracht en de sterkte is aan onze God tot in alle eeuwigheid. Amen.

Heerlijkheid en de kracht. Zie Openbaring 1: 6 en 1 Petrus 4: 11 waar hetzelfde staat. 
1 Petrus 4: 11 Als iemand spreekt, dan als iemand die de woorden van God spreekt; als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt; zodat God in alles verheerlijkt wordt door Jezus Christus. Hem komt de heerlijkheid en de kracht toe, tot in alle eeuwigheid. Amen. 
Openb.1: 6 en Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.

In alle eeuwigheid.  'In alle eeuwigheid' komt 13 keer voor in Openbaring: Openbaring 1: 6, 18 / 4: 9, 10 / 5: 13, 14 / 7: 12 / 10: 6 / 11: 15 / 14: 11 /15: 7 / 19: 3 / 20: 10 en 22: 5.

In de grondtekst staat: eis tous aiônas (165) ton aiônôn (165). Het betekent: Tot-in eeuw van-de eeuwen. Dit wijst op een alles overtreffende uitmuntendheid van de eeuwen. God heeft al die eeuwen geleefd en zal verder alle eeuwen leven. God kan niet sterven. 1 Timotheüs 6: 15, 16 15 De zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heren, zal Hem op Zijn tijd laten zien, 16 Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht. Amen.

Eeuw (165) is in het Grieks 'aion' en het kan betekenen: eeuw, Messiaanse periode, nu of toekomst, levensduur, leven, aards leven, generatie, algemene loop der tijden, periode waarin de tastbare wereld bestaat, en toestand waarin deze wereld zich bevindt
Eeuwige (166) is in het Grieks ‘aionios’ en kan betekenen: van de eeuw, leven, generatie, bepaalde tijd met bepaald karakter, tijdgeest, eeuw, aards, leven, levenslang, vast, ook gebruikt voor gepasseerde tijd en toekomende tijd, voor altijd, wereld, begin, eeuwigdurend.

In onze vertalingen worden deze woorden door elkaar vertaald. Soms wordt 'aeon' door 'wereld' vertaald, zoals in Galaten 1: 4 en Titus 2: 12. Ik kan er absoluut geen overzicht in krijgen. Ik weet alleen dat 'eeuwig' te maken heeft met Gods 'plan van de eeuwen'. 'In alle eeuwigheid' hoeft niet altoosdurend te zijn, zie de betekenis van de woorden. Dat zorgt voor verwarring.

'Eeuwigheid' duurt zolang er eeuwen en tijd is. Ik tel in de Bijbel minstens vijf eeuwen.            
Galaten 1: 4 en Titus 2: 12: De huidige eeuw. Deze loopt vanaf de zondvloed. 
Prediker 1: 10: Twee eeuwen voor de huidige eeuw; Eén eeuw in Genesis 1: 1 en daarna de eeuw tot de zondvloed.  
Efeze 2: 7: Twee eeuwen na de huidige eeuw; De eeuw van het 1000 jarig Koninkrijk en daarna de eeuw van de nieuwe hemel en aarde. Elke eeuw wordt afgesloten met een oordeel, behalve de laatste eeuw.

Galaten 1: 4 Die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons zou ontrukken aan de tegenwoordige slechte wereld (165 aeon eeuw), overeenkomstig de wil van onze God en Vader
Titus 2: 12 en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld (165 aeon eeuw) bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven, 
Prediker 1: 10 Is er iets waarvan men kan zeggen: Kijk eens, dat is nieuw? In de eeuwen die voor ons geweest zijn, is het er al geweest
Efeze 2: 7 opdat Hij in de komende eeuwen (165 aeonen eeuwen) de alles overtreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.

Wat voor eeuw / eeuwigheid wordt hier bedoelt? Ik geloof dat het hier gaat over de eeuw van het duizend jarig Koninkrijk, de eeuw waarvoor het boek Openbaring is geschreven.

14 En de vier dieren zeiden: Amen. En de vierentwintig ouderlingen wierpen zich neer en aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid

En de vier dieren zeiden: Zie vers 6 en 8. 

AmenHet is zo

En de vierentwintig ouderlingen wierpen zich neer en aanbaden. Zie vers 6 en 8.

Hem Die leeft in alle eeuwigheid. Zie vers 13.

Korte samenvatting.

In dit hoofdstuk mag ik een eerste blik werpen in de hemel. Hier gaat het over de troon, een boekrol, het Lam, de vier dieren, vele engelen en alle schepsel. Christus, beschreven als Lam, kan de boekrol openen. Daarna zingen de vier dieren en de ouderlingen God alle eer toe door middel van een nieuw lied. Zij zijn zich er van bewust dat Christus voor hen geslacht is en weten dat zij gekocht zijn door Zijn bloed en voor God gemaakt zijn tot koningen en priesters.  Daarna sluiten de vele engelen en alle schepsel zich aan bij deze lofprijs.  

Terug naar:
Openbaring 1Openbaring 2Openbaring 3,  Openbaring 4Openbaring 5, Openbaring 6Openbaring 7Openbaring 8Openbaring 9Openbaring 10Openbaring 11Openbaring 12, Openbaring 13, Openbaring 14
Openbaring 15Openbaring 16, Openbaring 17Openbaring 18Openbaring 19, Openbaring 20, Openbaring 21 
en Openbaring 22.



Geen opmerkingen: